Het isoleren van je woning is tegenwoordig aantrekkelijker dan ooit. Naast een mogelijke subsidie, kun je genieten van een btw-regeling van slechts 9% in plaats van 21%. Deze btw-regeling geldt voor d...
Jaren '60 woning isoleren
Je hebt een woning uit de jaren ‘60 en je wilt deze van isolatie voorzien. Wat er exact geïsoleerd moet worden is afhankelijk van de staat van je woning. Bij de meeste jaren '60 huizen moeten de volgende onderdelen geïsoleerd worden:
Jaren '60 woning:
Op deze pagina geven we naast achtergrondinformatie over de wijze waarop huizen tussen 1960-1969 gebouwd werden, vooral inzicht en advies over het isoleren van een woning uit de jaren ‘60.
De woningmarkt in de 60-er jaren
In de jaren ‘60 groeide het inwonersaantal in Nederland in sneltreinvaart. Er waren veel woningen nodig om aan de grote vraag naar een eigen huis te kunnen voorzien. Hierdoor werden woningen die snel gebouwd konden worden uit de grond gestampt, zoals rijtjeshuizen en flats.
De investering om deze woningen te doen verrijzen was duur. Vandaar dat de bouwwijze uit die tijd zich kenmerkte door het beperken van kosten. Hierdoor was efficiënt bouwen ook erg belangrijk. Dit werd onder andere bereikt door in één keer een grote hoeveelheid van dezelfde soort woningen te bouwen. Dit is te herkennen aan enorme hoeveelheid jaren ‘60 flats (zoals in de Bijlmermeer) en wijken vol met jaren zestig rijtjeswoningen die er grotendeels hetzelfde uitzien.
Een andere manier om kosten te besparen was door ontwerpen van flatgebouwen en woningen te hergebruiken. Als een ontwerp in een bepaalde stad een succes was, dan werd het design elders ook uitgevoerd, vaak door dezelfde aannemer. Dit bespaarde kosten op architectuur en projectontwikkeling.
Dit is de reden voor het karakteristieke uiterlijk van huizen en flats uit de zestiger jaren. Aan het eind van de jaren ‘60 werd de focus van eengezinswoningen verlegd naar woningen voor ouderen. Denk hierbij aan bungalows, seniorenwoningen, aanleun-, en tandemwoningen.
Isolatie in de jaren ‘60
In de jaren ‘60 waren er nog geen regels over het isoleren van een woning. Bovendien was het verwarmen van een huis niet duur, omdat gas goedkoop was. Voor de meeste huiseigenaren was het daarom geen prioriteit om hun nieuwe woning van isolatie te voorzien. Isolatiemateriaal kostte bij de bouw van de woning immers alleen maar meer geld en leverde in die tijd weinig op.
Woningsoorten
De nood naar huizen was groot. Duizenden mensen stonden in de zestiger jaren te trappelen om een eigen huis te betrekken, maar helaas waren er te weinig woningen beschikbaar. Dat is de reden dat er in hoog tempo gebouwd werd. Er werd vooral gekozen voor de bouw van flatgebouwen en rijtjeswoningen. Deze woningen waren snel te bouwen en er konden bovendien in één keer veel mensen aan een woning geholpen worden.
Appartementen (1960)
Goedkoop bouwen en meteen veel mensen tegelijk van een woning voorzien: dat was het doel in de 60’er jaren. Het bouwen van appartementen en flatgebouwen was daarom zeer in trek. In de zestiger jaren verrezen er enorm hoge flats waar honderden mensen hun plekje vonden.
Maar daarentegen waren ook de minder hoge flats in trek. Denk hierbij aan flats met drie tot vijf appartementen boven elkaar. Deze lagere flats hadden meestal geen lift, wat de bouw van deze appartementen goedkoop maakte. De appartementen werden meestal uit één stuk beton gegoten, wat zeer negatief uitpakte ten opzichte van geluidsisolatie.
Doorzonwoning (1960)
Misschien wel de meeste bekende woning die in de jaren ‘60 gebouwd werd is de doorzonwoning. Onder babyboomers was de vraag groot naar woningen met een eigen voordeur, voortuin en een achtertuin. Hele wijken verrezen om aan de enorme vraag naar eengezinswoningen te voldoen.
Kenmerkend aan de doorzonwoning zijn de grote ramen aan de voor- en achterkant. Hier komt de naam ‘doorzonwoning’ vandaan; de zon kon immers van voor naar achter door de woning schijnen. Tijdens de bouw werd meestal niet aan isolatie gedacht. Dat geldt zowel voor thermische- als geluidsisolatie.
Bungalow (1960)
Babyboomers waren in de 60-er jaren aan hun eerste appartement of doorzonwoning toe. Als ze hun hand erop konden leggen waren de bungalows ook populair: vrijstaand wonen en de bungalows konden (dankzij houtbouw) relatief goedkoop gebouwd worden. Ook de oudere generatie zocht naar bungalows, maar dan het liefst een seniorenwoning zonder trappen. Tegen het einde van de jaren ‘60 (en in de jaren ‘70) schoten bungalows daarom als paddenstoelen uit de grond.
De bungalows werden meestal in normale woonwijken gebouwd op een ruim perceel. Eind jaren ‘60 en in de jaren ‘70 kwamen ook bungalowparken (voor recreatief wonen) in trek. De bungalows in de woonwijken kregen meestal een zadeldak, terwijl de bungalows op recreatieparken in de meeste gevallen werden voorzien van een plat dak.
Zo isoleer je een woning uit de jaren ‘60
Tot zover de geschiedenis van woningbouw in de jaren ‘60. Om een woning uit de jaren 60 te verduurzamen en je huis naar 2020 te tillen is het belangrijk om de woning te isoleren. Hoe pak je dat aan en welk isolatiemateriaal heb je daarvoor nodig? Hieronder leggen we dit uit aan de hand van de te isoleren locatie in je woning.
Dakisolatie
Gemiddeld gaat zo’n 25 tot 30% van de warmte in een huis verloren via het dak. Bij het isoleren van een woning heeft dakisolatie (zoals schuindak of platdak isolatie) daarom een hoge prioriteit. In de jaren ‘60 werd er normaal gesproken tijdens de bouw niet aan isolatie gedacht. Hierdoor zijn veel woningen uit die tijd ongeïsoleerd. Gelukkig werden huiseigenaren zich in de loop der tijd bewust van de noodzaak van isolatie en daarom werd er vaak alsnog na-isolatie toegepast.
De vraag is alleen of de aanwezige isolatie in je jaren ‘60 woning nog steeds goed genoeg voor de huidige standaard is of dat het wellicht vervangen moet worden. Hier kom je achter door de huidige situatie te bekijken. Haal (een gedeelte van) de afwerking los en kijk wat daar achter zit. Dit zal voor dakisolatie in de meeste gevallen glaswol zijn.
De volgende vraag is: in welke staat is de glaswol? Zitten er donkere plekken in de glaswol, dan duidt dit op schimmel en vocht. Dat komt waarschijnlijk door slechte ventilatie of zelfs lekkage. In dat geval raden wij je aan om allereerst de staat van je dak te bekijken en te bepalen of glaswol de beste keuze is om je dak mee te isoleren.
Misschien is er geen mogelijkheid voor het isolatiemateriaal om te ventileren? Dat kan bijvoorbeeld komen door een dampdichte laag op je dak of omdat er isolatiefolie aan de verkeerde zijde van de glaswol is geplaatst. Dampremmende folie moet altijd aan de warme kant (meestal de binnenkant) van de te isoleren ruimte geplaatst worden.
Bij het vervangen van isolatiemateriaal is het sowieso raadzaam om alle oude isolatie te verwijderen en te vervangen voor nieuw isolatiemateriaal. Zorg dat je alles nauwkeurig verwijderd, zodat je een goed beeld krijgt van de locatie en situatie.
Meer weten over zolderisolatie, dakisolatie of badkamer isolatie? Klik op de linkjes voor meer informatie. Iedere isolatie-klus is uniek en soms loop je tegen isolatie-vraagstukken aan waar je zelf niet uitkomt. Bel in dat geval onze experts. Zij kunnen je persoonlijk advies (gratis) geven over je isolatie-project. Bel 0316 330365 en kies optie 2 in ons keuzemenu.
Hellend dak van een jaren ‘60 woning isoleren
Het isoleren van een hellend dak (schuindak of zadeldak) is een klus waarmee je op korte termijn geld bespaart op je energierekening. Dat is de reden dat veel woningeigenaren investeren in dakisolatie.
Om je dak van de juiste isolatie te voorzien moet je eerst vaststellen hoe de dakconstructie van je woning eruitziet. De constructie van je woning is namelijk bepalend voor het isolatiemateriaal waarvoor je kiest, hoe je het plaatst, maar ook waar het geplaatst wordt.
Bestaat je dak uit hout met dakpannen? Dan heb je een van nature ventilerende constructie, waardoor je het beste met glaswol, steenwol, houtvezel of minerale wol kunt werken, maar ook het gebruik van PIR is mogelijk. Eventueel aangevuld met een isolatiefolie. Ga jij je zolder van binnenuit isoleren dan klem je de platen (wol of houtvezel) tussen de balken van je zolder. Daarna werk je het isolatiemateriaal met een isolatiefolie af en kun je de zolder verder naar wens afwerken (bijvoorbeeld met gipsplaten).
Maar misschien bestaat je woning uit een stalen of betonnen constructie? In dat geval past een niet-ademend isolatiemateriaal beter bij je constructie, bijvoorbeeld PIR of EPS is dan een goede keuze. Je moet dan wel met ventilatielatten werken. Bekijk hier een animatie over het isoleren van een zolder met PIR. In deze video laten we zien hoe je stap-voor-stap een zolder met PIR isoleert.
Ga direct naar de pagina ‘een hellend dak isoleren’. Liever persoonlijk advies? Bel onze experts om advies over je isolatie-klus. Telefoonnummer: +31 (0)316-330365 en kies 2 in ons keuzemenu.
Platdak van een jaren ‘60 woning isoleren
In de zestiger jaren was het bouwen van platte daken een trend. Strakke vormen waren ‘in’ en dat was ook in de huizenbouw zichtbaar. Mits juist geplaatst en in goede staat, is een plat dak net zo waterdicht als een traditioneel pannendak.
Een plat dak dat er al vanaf de jaren ‘60 op ligt heeft echter door de jaren heen behoorlijk wat te verduren gehad. Het is daarom aan te raden om het huidige dak goed te inspecteren en het dak van je jaren 60 woning te verduurzamen. Is de dakbedekking nog goed of is er lekkage na een regenbui? Bovendien is de vraag of er al dakisolatie is aangebracht. Zo niet, dan raden wij aan om dit zo snel mogelijk te doen om te besparen op energie en om het woonklimaat te verbeteren.
Risico’s van een plat dak
Voordat je met dakisolatie aan de slag gaat is het verstandig om je huidige dak te controleren. Is de dakbedekking nog van goede kwaliteit? Door UV-licht kunnen er namelijk scheurtjes in bitumen ontstaan. Bovendien worden kleine scheurtjes onder invloed van vocht en vorst groter, wat op de lange termijn voor lekkage en/of schimmel zorgt. Vocht is funest voor isolatiemateriaal en daarmee voor de constructie van je woning. Vandaar dat het belangrijk is om, voordat jij je dak gaat isoleren, de staat van je dak te controleren.
Als je dak in goede staat is kun je overgaan tot het isoleren ervan. Wat ligt er op je dak? Bij een plat dak is dit meestal bitumen of EPDM-folie (eventueel met grind erop). Bitumen en EPDM laten geen lucht door. Of je dak wel of geen lucht doorlaat is cruciaal voor de keuze van je isolatiemateriaal, de manier waarop je het plaatst en de folie die je gebruikt.
- Zo isoleert je een plat dak
- Lees meer over het isoleren van een puntdak (hellend dak)
- Lees meer over het belang van een isolatiefolie
Vloerisolatie
Optrekkende kou is vervelend en onbehaaglijk. Het is daarom begrijpelijk dat jij je jaren ‘60 woning ook van vloerisolatie wilt voorzien. Met deze investering heeft je naast een fijne woonomgeving ook een verlaging in je energiekosten.
Vloerisolatie met kruipruimte
Het plaatsen van vloerisolatie is het makkelijkste wanneer een woning ruimte onder de vloer heeft. In die ruimte kan namelijk eenvoudig isolatie geplaatst worden. Het is daarom belangrijk om te weten of de woning direct op het zand geplaatst is of dat er een kruipruimte onder de woning aanwezig is. In de 60-er jaren was het plaatsen van een kruipruimte niet gebruikelijk.
Isolatiemateriaal in de kruipruimte
Een kruipruimte kan groot genoeg zijn om er in te stappen en de isolatie aan te brengen. Dit is de meest ideale situatie, omdat er dan verschillende mogelijkheden zijn voor het aanbrengen van isolatiemateriaal. Afhankelijk van de vloer boven de kruipruimte kies je bijvoorbeeld voor PIR, EPS, glaswol en/of isolatieparels. Eventueel kan er ook folie in de kruipruimte aangebracht worden, maar dit is niet altijd nodig. Dit is namelijk afhankelijk van het isolatiemateriaal waar je voor kiest, of de kruipruimte vochtig is en of je een houten of beton vloer heeft.
Zoals we al eerder vertelden is de keuze van het isolatiemateriaal dat je gebruikt voor vloerisolatie afhankelijk van het materiaal waartegen de vloerisolatie geplaatst wordt. Hieronder leggen we uit voor welke soorten isolatiemateriaal je kiest wanneer je een houtenvloer of een betonvloer isoleert. Het isolatiemateriaal van je keuze bepaalt overigens ook hoe het geplaatst wordt.
Betonvloer isoleren
Heeft de woning een betonvloer en is de kruipruimte diep genoeg? Dan wordt er meestal voor gekozen om de betonvloer met dikke EPS-platen te isoleren. Deze platen worden direct tegen de onderkant van de betonvloer geplakt. Des te dikker de EPS platen, des te beter zal de isolatie zijn. Is de kruipruimte minder diep en kun je de dikke EPS platen niet kwijt? Dan is PIR een goede keuze. PIR heeft een hogere isolatiewaarde dan EPS, waardoor je een dunnere plaat nodig heeft dan wanneer je met EPS (piepschuim) zou isoleren.
Gaat jij je kruipruimte met EPS (piepschuimplaten) of PIR-platen isoleren? Vergeet dan niet om de ruimte tussen, en rondom, de platen op te vullen met een ril purschuim. Hier houd je tijdens het plaatsen van de platen al rekening mee door ongeveer een centimeter ruimte tussen de plaat en onder het materiaal te houden. Je houd dus expres ruimte vrij zodat je de PUR-schuim met een PUR-pistool tussen het isolatiemateriaal kan spuiten. Vergeet daarnaast niet om de naden af te tapen voor een optimale luchtdichtheid.
Houtenvloer isoleren
Bij het isoleren van een houten vloer kies je voor ademende isolatiematerialen, zoals bijvoorbeeld glaswol of steenwol. Eventueel combineer je de glaswol en steenwol met een folie. De glaswol of steenwol klem je tussen de balken onder je vloer of je gebruikt glaswol met spijkerflens om het isolatiemateriaal te bevestigen.
Waar het vaak mis gaat met het plaatsen van glaswol of steenwol onder een houten vloer is dat er niet nagedacht wordt over het materiaal dat óp de houten vloer ligt. Waterdamp vanuit de kruipruimte moet kunnen verdampen aan de warme zijde van het isolatiemateriaal (dat is in dit geval de houten vloer).
Ligt er bijvoorbeeld vloerbedekking op de houten vloer (met een rubberen onderkant) dan kan het isolatiemateriaal z’n waterdamp niet kwijt. Het gevolg is vochtophoping en schimmelvorming en dat zorgt er uiteindelijk voor dat je isolatiemateriaal z’n isolatiewaarde verliest.
- Bekijk de mogelijkheden voor het isoleren van een diepe kruipruimte
- Lees meer over folie in een kruipruimte
- Bekijk ons assortiment isolatieparels
Geen kruipruimte of een ondiepe (lage) kruipruimte isoleren
Het komt regelmatig voor dat een kruipruimte ondiep is waardoor het niet mogelijk is om in de kruipruimte isolatiemateriaal aan te brengen.
De meest effectieve manier van isoleren is echter wanneer isolatiemateriaal direct tegen de onderzijde van de vloer bevestigd wordt. Maar, omdat je in dit geval niet fysiek onder je vloer kan komen, adviseren wij om te kiezen voor isolatieparels (EPS-parels) of DI-chips.
De parels plaats je op de bodem van de kruipruimte. De parels of chips kunnen onder de vloer geblazen worden met een blaasmachine. Een laag van 20 centimeter hoog is de norm. Als je HR++ EPS-parels gebruikt bereik je hiermee een rd-waarde van 6! Klik hier om meer te lezen over isoleren met isolatieparels of isolatiechips.
Een combinatie van DI-chips met vloerisolatie is trouwens ook mogelijk. Hiervoor wordt meestal gekozen als de kruipruimte vochtig is of als er een laagje water in de kruipruimte staat.
De laatste mogelijkheid is om bovenop je vloer te isoleren. Dit wordt ook wel bovenvloerse isolatie genoemd. Houd er rekening mee dat hierdoor deurposten hoger komen te liggen en het plafond lager lijkt. Deze optie heeft daarom meestal niet de voorkeur.
Spouwmuur isolatie jaren ‘60 woning
Spouwmuur-isolatie was in de zestiger jaren nog niet gebruikelijk. De spouwmuur werd wel in de huizenbouw toegepast, maar deze werd in de jaren ‘60 niet geïsoleerd. Toen een aantal jaren later spouwmuur-isolatie in populariteit toenam gingen huiseigenaren massaal over tot het na-isoleren van de spouw.
De isolatiewaarde van de spouwmuur-isolatie uit de zestiger jaren (vergeleken met de isolatiewaarde van huidig isolatiemateriaal) is erg laag. Met andere woorden: vergeleken met de isolatiewaarde van moderne spouwmuur isolatie, biedt de spouwmuur-isolatie uit de jaren ‘60 bijna niet.
Nieuwe spouwmuur-isolatie aanbrengen
Heb je een jaren ’60 woning met een spouwmuur zonder isolatie? Dan kun je ervoor kiezen om de binnenkant van je spouwmuur te laten isoleren door een erkend bedrijf. Zij spuiten de spouwmuur vol met (meestal een vloeibaar) isolatiemateriaal. De isolatiewaarde van de muur komt dan meestal terecht op een Rc-waarde van 2 m2K/W.
Volgens het bouwbesluit is de norm voor isolatie renovatie het behalen van een Rc-waarde van 1,3 m2 K/W. Bij nieuwbouw is de norm om minimaal een Rc-waarde van 4,5 m2 K/W te halen. Een isolatiewaarde van 2 m2 K/W is vergeleken bij de huidige norm voor nieuwbouw erg weinig. Om een Rc-waarde van 4,5 m2 K/W te halen moet je daarom (ook) de buiten- of binnenmuur van isolatie voorzien.
Spouwmuurisolatie nadelen
Houd bij het isoleren van de buitenmuur rekening met een ingrijpende isolatie-klus. Het moeilijke aan het isoleren van een buitengevel is het naadloos en waterdicht laten aansluiten van het isolatiemateriaal aan de bovenzijde van de woning en de aansluiting van de dakgoot. Niet alle woningen hebben een oversteek waaronder het isolatiemateriaal geplaatst kan worden.
Heb je woning geen oversteek, dan moet het dak wellicht verlengd worden om het isolatiemateriaal te beschermen tegen weer en wind.
Daarnaast zit de moeilijkheid in het aanbrengen van luchtventilatie en luchtcirculatie. In een buitengevel zijn enkele luchtroosters geplaatst om de (spouw)muur van voldoende ventilatie te voorzien en om de lucht te kunnen laten circuleren. Als je isolatiemateriaal tegen de buitengevel plaatst blokkeer je daarmee deze roosters. Je moet daarom het isolatiemateriaal zodanig plaatsen dat de roosters kunnen blijven ventileren.
Al laatste is er nog de vraag welk isolatiemateriaal je voor het isoleren van de buitengevel gaat gebruiken. Ook dit is afhankelijk van je unieke situatie. Voor advies over het isoleren van je buitengevel kun je daarom het beste contact opnemen met onze isolatie-experts, via 0316-330365. Zij geven je gratis persoonlijk advies over het isoleren van je buitenmuur.
Raamisolatie jaren ‘60 woning
In de jaren ‘60 waren ramen met enkel glas de norm. Pas later, toen dubbelglas in trek kwam, werden huiseigenaren geprikkeld om ook hun woning van ramen te voorzien die beter isoleren. Hierdoor komt het regelmatig voor dat huizen uit de zestiger jaren (gedeeltelijk) zijn voorzien van dubbelglas.
Meestal worden ramen vervangen voor dubbelglas op plaatsen waar de wind op staat en/of waar men last heeft van tocht. Tegenwoordig is dubbelglas heel normaal en zelfs driedubbelglas wordt steeds gebruikelijker. De keuze voor dubbel- of driedubbelglas is afhankelijk van welke isolatiewaarde je wil halen en wat je ervoor uit wilt geven.
De Isolatieshop biedt geen raamisolatie aan, maar voor het optimaal isoleren van je jaren ‘60 woning mag raamisolatie niet in je isolatie-plan ontbreken.
Geluidsisolatie
In de jaren ‘60 was de woningnood hoog. Duizenden mensen waren op zoek naar een eigen huis. Er werd in een moordend tempo gebouwd om aan de grote vraag naar huizen te voldoen. Maar helaas werd tijdens het bouwen geen rekening met geluidsisolatie gehouden, want dit had geen de prioriteit. Om tijd te besparen werden appartementen en rijtjeswoningen (op basis van een betonconstructie) meestal uit één stuk gegoten. Een keuze die funest is voor geluidsisolatie.
Lage tonen versus hoge tonen
Het gebrek aan geluidsisolatie was destijds niet zo’n probleem. Niet iedereen had de beschikking over geluidsapparatuur en bovendien was die apparatuur anders dan nu. Subwoofers waren bijvoorbeeld zeldzaam in de meeste huishoudens. Lage tonen zijn moeilijker om te isoleren dan hoge tonen. Bij geluidsoverlast heeft men meestal last van bas-tonen, zoals het lage stemgeluid van de buurman, het dreunende geluid van muziek of een film. En het zijn juist deze geluiden die het allermoeilijkste zijn om te isoleren.
Een voordeel van de jaren ‘60 was dat men meestal voor vloerbedekking koos in plaats van laminaat. Omdat vloerbedekking geluidsisolerend werkt (het laat minder trillingen door) was daarom destijds de kans op geluidsoverlast een stuk minder. Bovendien speelde ook het sociale aspect mee. Contact met de buren was belangrijk en door de goede verstandhouding met de buren was er meer begrip voor elkaars geluid.
Ankerloze spouwmuren
Tegenwoordig is geluidsisolatie een onderwerp waar tijdens de bouw van woningen wel degelijk rekening mee wordt gehouden. Rijtjeswoningen worden contactloos gebouwd door middel van ankerloze spouwmuren. Woningeigenaren vinden geluidsisolatie steeds belangrijker. Daarom wordt geluidsisolatie ook bij woningen uit de jaren ‘60 vaak alsnog toegepast.
Geluidsisolatie voor een woning uit de jaren ‘60
Tijdens de na-isolatie van een woning uit de jaren ‘60 (met het oog op geluidsisolatie) is het belangrijk om te bepalen wat je wilt isoleren. Geluid van buitenaf (zoals straat geluiden), geluid van de buren of geluid dat je maakt. Daarnaast is de vraag of het gaat om contactgeluid of luchtgeluid.
- Lees ons uitgebreide artikel over geluidsisolatie waarin we verder ingaan op de soorten geluidsisolatie. In dit artikel vertellen we wat en hoe je in de praktijk de geluidsisolatie kunt aanpakken.
Heb je advies nodig over het isoleren van je jaren zestig woning? Neem dan contact op met onze specialisten.
Heb jij een jaren ’60 woning en wil je deze laten isoleren door een isolatiespecialist? Neem dan eens een kijkje op ons ‘Isolatieshop voor Partners’ platform! Hier vind je de juiste isolatiespecialist voor je klus.